Niet in letterlijke kilometers, meer figuurlijk. Al ben je dichtbij, je voelt ver weg. Het ‘draadje’ wat er tussen ons zat, hangt er zielig bij. Het vertoont slijtageplekken en in het midden is het eng dun. Als er teveel spanning op komt te staan, knapt het.
Ooit was het een onzichtbaar, onuitgesproken verbond. We waren met elkaar verbonden, voelden elkaar feilloos aan. Bij teveel spanning lieten we het van beide kanten wat vieren. Het kon wel tegen af en toe wat getrek.
Al is de fysieke afstand klein, je lijkt verder weg dan ooit. Onbereikbaar, onvoorspelbaar, niet te peilen.
Onmacht. Ik blijf trekken aan het touw, proberen je toch over de streep te krijgen, maar met een ferme ruk van jouw kant tuimel ik voorover en staan we allebei met lege handen.
Sommige afstanden zijn niet te overbruggen, hoe klein ook. De obstakels, vertragingen, opstoppingen. Geen moderne techniek, geen communicatiemiddel dat de afstand dragelijk kan maken.
Zo dicht bij, maar verder weg dan ooit.