Travel

Flashbacks

Vorige week zaterdag had ik een reunie op mijn oude hockeyclub. Een gevoel van ’thuiskomen’ overviel me, toen ik daar met een voormalig teamgenootje en haar clubgenootje weer het terrein op liep. Om te parkeren moesten we of dik betalen, of een lichte paal tijdelijk bewaren in de kofferbak, zodat ze onze mooie plek niet konden afsluiten. Een lekker, vertrouwd begin dus.

Na alle oude bekenden gezien en gesproken te hebben, nam ik het hele terrein goed in me op. Eigenlijk was er in de drie jaar tijd dat ik er weg ben, niets groots veranderd. Wat ik eigenlijk vreemd vond, want in mijn tijd waren we al hard bezig met het regelen van een waterveld, en nu ligt het er nog niet. Wat mij wel opviel, is dat de ‘huidige generatie’  er heel anders bij loopt. Trokken wij, ook als we niet hoefden te spelen, standaard de hockeyschoenen en een (wat strakkere) joggingsbroek aan bij een TD of LiBo, nu liepen de meisjes gewoon in jeans, met hakjes, oorbelletjes en shawltjes gelikt te wezen. Het leek wel of we in een gewone kroeg waren beland.

Meteen moest ik terugdenken aan het jaarlijkse Martini Toernooi, wat ieder paasweekend plaats vindt. Ook dit weekend dus. Gelukkig hadden mijn oud-teamgenootje en ik al weekendplannen, anders waren we er wellicht nog een kijkje gaan nemen ook. Want op die toernooien was het altijd top. Goede muziek, leuke sfeer, gekkigheid en ALTIJD lekker weer. Op die ene keer met heftige stortbui na dan, toen ik net mijn enkeltje had gekneusd en heel lief door mijn trainer uit de stortregen werd getild. Na die bui dreef de tent zo goed als weg, dus werd de avond verplaatst richting stad.

Rosé sokken

Rosé sokken

Daar stonden we, in ons toernooi-polootje, joggingbroek en op onze hockeyschoenen. Tijdens de rit naar de stad meermalen aangehouden door de politie, want na 23.00u werd een stick gezien als wapen. (dat ie daar goed voor gebruikt kan worden, weet de zwerver die mij m’n eigen deur niet door wilde laten gaan, vast nog wel).

Ook al ben ik al een hele tijd weg uit het studentenleven, bij een ‘hockey-flashback’ bekruipt me toch altijd het gevoel dat ik het mis. De gezelligheid, saamhorigheid en toegankelijkheid, maar bovenal de gekkigheid. Bar klunen, balletje balletje, de ‘gevechten’ tussen de teams.

Ik hoor er niet meer. Zie mezelf er ook niet meer tussenstaan, want als het zo gelikt moet, sla ik liever over. Dat doe ik wel als ik boodschappen ga doen, of langs de terrassen flaneer. Tijd voor een nieuwe generatie. Weer iets waar ik ’te oud’ voor ben. Helaas.