Travel

Johannesburg: van street art safari tot verborgen luxe

sabine streetart johannesburg

Mijn reis in Zuid-Afrika begon in Johannesburg. Vanaf de Seychellen was dat slechts vijf uurtjes – heerlijk business class – vliegen en een verborgen parel die absoluut onderdeel moest zijn van de kennismaking met het enorme en veelzijdige land. Toch reageerde niet iedereen enthousiast: het zou er onveilig zijn, overslaan als je niet echt een reden had om er te verblijven. Noem me gek, maar ik zie dat als fervent reizigster als een uitdaging. Ik voel me op zo’n moment geroepen om te bewijzen dat het niet zo is. Samen met Lotte van Safari Design stelde ik de hele rondreis samen en ook zij juichte de ‘ontdek Johannesburg missie’ toe. Waarom je dus WEL naar Johannesburg moet gaan, lees je hier.

Sandton: veiligste wijk van Johannesburg

Na een ontvangst op het Johannesburg O.R. Tambo International Airport, waarbij er iemand achter de douane je al opvangt en je versnelt door de paspoort controle gaat, is de autorit vanaf het vliegveld naar de wijk Sandton een eerste kennismaking. De chauffeur legt ondertussen uit hoe de stad in elkaar zit, welke buurten er veilig zijn (sla down town over) en wat vooral niet te doen (alleen lopen, iets wat op reis de fijnste manier is om dingen te ontdekken imho). Het landschap is vooral agrarisch, de snelwegen zien er ‘normaal’ uit en het meest opvallend zijn de hoog ommuurde wijken en met hekken en prikkeldraad afgezette huizen. Zien wat er achter schuilt kan niet, zo hoog ommuurd is alles.
De wijk Sandton staat bekend als een goede, veilige buurt. Er zitten dan ook veel kleinere hotels, waaronder het AtholPlace Hotel & Villa.

AtholPlace Hotel & Villa

AtholPlace Hotel & Villa is een vijf-sterren boutique hotel, waar je je reis stijlvol en in alle rust kunt beginnen. Er huizen negen suites, een familie villa, restaurant, bibliotheek met bar en open haard en mini-fitness, allemaal grenzend aan een grote groene tuin met Afrikaanse beelden. Alle suites, 5 superior en 4 deluxe suites, allemaal voorzien van balkon, zijn apart ingericht en een aangename mix van contemporary modern met rustiek klassieke twist en veel Afrikaanse kunst. Een beetje Riviera Maison meets The Hamptons ok ok, dat lijkt misschien vooral door de gestreepte kussens rond het zwembad meet Zuid-Afrika. Het hotel is klein en knus, persoonlijke aandacht staat voorop en zowel de suites als andere ruimten zijn voorzien van alle mogelijke luxe. De amenities zijn van Africology, de minibar is inclusief – er ligt zelfs al verse garnering voor je G&T klaar! – het zwembad verwarmd en de tuin nodigt uit om lekker bij te komen met een boek of een dutje te doen.

AtholPlace is van dezelfde eigenaren als Morukuru Family Madikwe, waar ik later zal verblijven, en eigendom van een Nederlandse familie Ed en Anka Zeeman. Groot geworden in vastgoed in Nederland, maar altijd de wens hebbende om hospitality en Zuid-Afrika samen te brengen. Inmiddels hebben ze zeven safarilodges, hotels en bijzondere accommodaties in heel Zuid-Afrika, én een goededoelenstichting die zich inzet voor het lokale wildleven. Of je Nederlandse invloeden terug ziet in de inrichting? Nee, typische verwijzingen naar Nederlandse dingen zul je er niet vinden, maar de kamers zijn wel degelijk ingericht door een Nederlandse dame, Janine Butter. Zij heeft de meeste accommodaties van de Zeemannen ingericht en in Nederland kun je haar stijl bewonderen bij het Huis van Middenmeer.

In principe hoef je AtholPlace niet uit, het restaurant serveert ontbijt, lunch en diner. Toevallig is er als ik er ben net een nieuwe chef begonnen, Omar Koenen uit… Nederland. De 25-jarige chef is in 2015 naar Kaapstad vertrokken om bij Ellerman House de scepter te zwaaien en stond daarvoor in de keukens van een aantal Nederlandse en Belgische Bib Gourmand en Michelinster restaurants. Hij weet lokale seizoensproducten perfect te combineren met ‘trend’ ingrediënten vanuit de hele wereld. De springbok is in ieder geval een aanrader!

Het fijne aan AtholPlace: het ligt vlakbij Nelson Mandela Square en winkelcentrum La Martina. Eenmaal opgefrist en uitge-aaht in het hotel, kan ik niet wachten om meer Johannesburg te ontdekken. De conciërge geeft als tip lunchen in het winkelcentrum, waarbij het mij niet lukt om geen wenkbrauw omhoog te trekken. Dat klinkt voor mij als slechte grap, maar als ze een taxi willen bestellen, besef ik me dat het serieus is. Het is een kwartiertje lopen, geen taxi nodig. Dat fronst vervolgens het hoofd van de conciërge, maar we geven elkaar het voordeel van de twijfel. La Martina is mega groot en hier huizen alle bekende (Westerse) ketens; van Zara tot Massimo Dutti, maar ook kleinere lokale boetiekjes. Het blijft gek om naar een winkelcentrum te gaan als ‘attractie’, maar er blijken ook goede restaurants te zitten, zoals Tashas. The Flamingo Room – zo heet de bar er – ziet er anders zeer Instagrammable uit en de cocktails smaken er prima.
Op de terugweg naar het hotel voel ik me toch een beetje confused, als je een stad wilt ontdekken en naar een winkelcentrum wordt gestuurd, waar gaat het dan mis?

Van winkelcentrum naar street art

Safari Design heeft een urban street art safari geregeld met lokale kunstenaar James Delaney. Hij maakt zelf niet zozeer street art, maar kent veel Johannesburg-based artiesten en weet de juiste plekjes te showen. James heeft het ook tot zijn missie gemaakt om toeristen te laten zien dat Johannesburg wél veilig is en meer te bieden heeft dan ommuurde hotels. De buurt Braamfontein is bekend om de Neighbourgoods Market en startpunt van de kennismaking met het échte Johannesburg. Op de markt presenteren food concepts en lokale merken zich en deze markt heeft als voorbeeld gediend voor de buurtmarkten en foodhallen zoals wij ze inmiddels ook in Nederland kennen. Op het gebied van food weten ze wel wat er goed is en lopen ze behoorlijk voor. Waar kombucha nu langzaam in de Amsterdamse horeca haar plekje weet te veroveren, is het daar al jaren bekend en staat ook cider daar al jaren op de kaart. Omdat ik net uitgebreid ontbeten had bij Athol Place moet ik eerlijk toegeven dat ik niet heel erg op het eten heb gelet – al smaakten de oesters prima. Ik had vooral oog voor Zuid-Afrikaanse printjes, crafts en hebbedingetjes en loop sinds de eerste dag met Zuid-Afrika in mijn oren.

James weet werkelijk waar alles over de stad wat je wilt weten. Zowel feiten uit de geschiedenis, anekdotes uit de apartheid maar ook kunststromingen, wei er achter welke street art zit en welke buurten opkomend zijn. Via de oudste bar van Braamfontein kris-krassen allerlei straatjes voorbij. James kent ook praktisch iedereen en krijgt het dan ook voor elkaar dat we de gentlemen’s club Rand in mogen. Ik mag zelfs via de hoofdingang en hoef niet via het achterafdeurtje waar vrouwen vroeger naar binnen moesten. Foto’s maken mag niet en behalve snel rondkijken op de begane vloer is vanwege een besloten event niet alles toegankelijk, maar ik word er in één oogopslag verliefd op het luipaardenbehang van de bar. Het is een samenwerking van het Afrikaanse Ardmore ceramics en Cole & Son en ik kreeg het niet meer uit m’n hoofd. Het printje zit inmiddels op mijn telefoon, Macbook én muur.

Vanuit Braamfontein via een aantal korte stops langs street art door naar Urbanologi voor een bierproeverij en lunch. Midden in de creativiteit staat de Mad Giant brouwerij, vol met street art van Justing Nomad, podia en ruimte voor creatieve kunsten. In de keuken staan verfijnde lokale producten en Aziatische twists op het menu. In mum van tijd staat de tafel vol met bier en shared platters vol lekkers. Het menu wisselt maandelijks, maar ik garandeer je, om je vingers bij af te likken. Ook het interieur en de lokale biertjes maken dat je de tijd snel vergeet.

Maboneng is de buurt waar het allemaal gebeurt als het gaat om kunst en creativiteit. Hier barst het van de street art, koffietentjes, ijsstalletjes en alles wat ‘hipsterproof‘ is. Arts on Main is een verzamelplek van kunstgaleries, winkels en ontmoetingsplekken en de energie daar is heel fijn en relaxed. Ook de kunstwerken wisselen regelmatig, dus de street art die je op mijn foto’s ziet kan alweer overgeschilderd zijn. De food market is hier op zondag, dus je kunt de Neighbourgoods Market prima afwisselen met deze.

Na Maboneng staat het atelier van James op het programma, een kunstenaarscollectief. Het terrein doet een beetje denken aan de NDSM-werf, met oude fabrieken omgetoverd tot ateliers en galeries. Van street art tot mode, beeldhouwwerk tot schilderijen, alle kunstvormen komen aan bod. Een van de kunstenaren die op dat moment aan het werk is, is bezig met een protest kunstwerk dat hij de straat op wil dragen bij de beëdiging van de nieuwe president – tijdens mijn verblijf is Zuma afgetreden – wat best een politiek geladen statement is. Hij durft te schoppen tegen heden en verleden en denkt liever niet na over de gevolgen voor zijn toekomst. Een steeds terugkerend thema is slavernij, wat in zijn ogen nog nooit is opgehouden. Foto’s van zijn werk heb ik niet gemaakt, maar zijn standpunten waren enorm interessant om te horen.

We sluiten af in park The Wilds, een van de projecten van James zelf. Overal in het park hangen uilen en staan bankjes, als onderdeel van zijn kunstproject waarmee hij natuur en mensen aan elkaar wilde koppelen. Het park was een paar jaar geleden niet een plek waar je graag wilde zijn, maar dankzij de inzet van James worden de bossen en paden bijgehouden, komen mensen er om te picknicken, wandelen of hiken – het uitzicht over Johannesburg is er prachtig – en heeft het project het park weer goed op de kaart gezet. Gaaf om te zien hoe kunst zo kan verbinden!

Ondanks de volle dag kon ik het niet laten om zelf nog even de grootste regenbui die ik ooit heb gezien te trotseren en zelf Melville te verkennen. Hell’s Kitchen is een gezellige Mexicaan die doorloopt in La Santa Muerte, met prima eten en goedkope biertjes. Pak een Uber die kant op en je hebt dé straat voor het nachtleven te pakken. Van eten tot karaoke, winkeltjes en koffie.

Weinig geschiedenis

In de twee dagen Johannesburg heb ik niet de tijd gemaakt om echt de geschiedenis in te duiken. Het voormalige kantoor van Mandela was op de route, ik heb enkele beelden gezien, maar de musea heb ik overgeslagen. Niet omdat het niet belangrijk is of me niet interesseerde, maar simpelweg omdat er geen tijd voor was. Bovendien kreeg ik van veel mensen de feedback dat bijvoorbeeld het Apartheidsmuseum iets is waar je een halve dag voor uit moet trekken qua bezoek en een halve dag om bij te komen. Mocht je in deze periode geïnteresseerd zijn, zijn er ook history tours te vinden.

Johannesburg ontdekken

Wil je het echte Johannesburg ontdekken, boek dan een gids zoals James Delaney – niet alleen een goede gids, maar een fijn persoon met gevoel voor humor of een georganiseerde fietstocht in Soweto. Toch liever zelf er op uit? Uber is je beste en veiligste vriend. Ik heb me geen seconde onveilig gevoeld in Johannesburg, ondanks dat ‘twee blonde blanken’ vaak worden gezien als wandelende portemonnees. Laat je dure en overbodige spullen thuis, let een beetje op de locals en vertrouw op je intuïtie.

Disclaimer: de overnachtingen en street art safari waren gesponsord. Dat doet echter niet af aan de oprechtheid van mijn verhaal en mening. Ga je naar Zuid-Afrika, dan is Johannesburg echt een aanrader!

Sabine de Witte