Travel

Het gras is altijd groener…

Wij hebben een stadstuin. Voor stadstuinbegrippen is deze zelfs ruim te noemen. Zodra het voorjaar wordt kan ik niet wachten om de tuindeur ‘s ochtends weer open te zetten. Frisse lucht, een warm zonnetje en de geur van buiten, lekker het huis binnen laten dringen. Weg met de droge lucht, veroorzaakt door de gaskachels en alle gezellige kaarsen.

Het is bij het opstaan inmiddels een standaard ritueel; bij mooi weer meteen de deur open. Even in de deuropening de ochtend opsnuiven, met een kopje thee de tuin in en genieten. Voor mij is dat iedere keer weer een ultiem momentje van tevredenheid. Al blijf ik alert op de vieze buum, als ik in mijn shortama de tuin door loop.

Toen ik nog in Groningen woonde, op kamers, was bij mooi weer een gebrek aan ‘buiten’  een groot gemis. In mijn eerste huis was een balkon van 1×2 wat volgepropt was met lege bierkratten, aangebrande pannen en een kapotte stoel. Een van mijn huisgenoten durfde daar boven gewoon de schone was te laten drogen. In mijn tweede huis was een koepelraam wat naar het platte dak leidde. Officieel geen dakterras, maar wij vonden het er toch geschikt voor. Dus sleepten we er wat stoelen heen en studeerden bij mooi weer regelmatig op het dak. Afgeleid door al het moois wat beneden op het Zuiderdiep gebeurde of over de activiteiten op de Nieuwstad.

Bleef het langer mooi weer, was het in mijn kamertje, onder het platte dak, niet uit te houden. Dan vluchtte ik naar mijn ouders, want improviseren in het park hield ik wel een middag vol, daarna was ik wel klaar met het gesleep van kleden, drankjes, studieboeken etc.

De tuin van mijn ouders is heerlijk. Het is dan ook hun trots en hobby. Vaders houdt zich vooral bezig met de vijver en het gras, moeders zorgt dat de tuin onkruidvrij blijft en de plantjes er fleurig bij staan. Bij het eerste beste zonnestraaltje staan ze dan ook de hele zaterdag in de tuin te wroeten. Vaders is dan ook blij dat wij allemaal de leeftijd hebben gehad waarop er badjes in de tuin moeten staan (op het gras), er luchtbedden moesten dienen als glijbaan en er een schommel in stond. Geen gele, kale plekken meer, een doorkijk naar het achterste terras en makkelijker maaien.

Gistermiddag was het heerlijk weer en vertoefden we even bij hun in de tuin. Even met blote voeten door het gras lopen (gras hebben wij uiteraard niet in onze stadstuin, qua onderhoud maar beter ook), in de zon bij de vijver zitten, uit de wind in  het tuinhuis (dat tuinhuis was in Havo-5 ‘mijn’ huis tijdens het ‘leren’ van mijn examens -Sims spelen-) of in de ‘zitkuil’ uit de wind lekker eten. Ze hebben praktisch geen inkijk in de tuin, genoeg lekkere plekjes om te zitten en je ziet de passie van mijn ouders er in terug. Eens in de zoveel tijd gooien ze alles om en ook komend voorjaar staat dat op de planning. Ongetwijfeld dat vaders af en toe weer een ontwerpje op de pc klust, zodat ze tegen die tijd alle mogelijkheden op papier hebben en meteen aan de slag kunnen.

Pas sinds we onze eigen tuin hebben, heb ik ontdekt dat het helemaal niet zo vervelend is om met plantjes te pielen, onkruid te wieden en je tuin zomer- of winterproof te maken. Voor tips over planten en handige truucjes bel ik met moeders. Wetende dat ze het niet vervelend vindt om te doen, durf ik haar zelfs te vragen om bij ons het deze zomer hardnekkige onkruid (incluis distels en brandnetels) te komen doen. Vorige week zat ze hier dan ook een paar uurtjes en inmiddels is er geen onkruid of mos meer te bekennen.

Toch mis ik soms het gras, de klaterende fontein, de rustgevende vijver en de wind in de bloemen. Het gras is altijd groener bij een ander…

En ik ben niet de enige die de tuin van mijn ouders kan waarderen; sinds vrijdag hebben ze een schildpad in de vijver ontdekt! Foto’s te zien op Flickr.

Groen als gras – Acda en de Munnik

gras