Dag twee. Al voelt het alsof ik hier al twee weken opgesloten zit. Een verschrikkelijke nacht. Iedere keer als ik net sliep ging er wel ergens een infuus of alarmbel af, of stond er ineens een zuster aan je arm te trekken om je bloeddruk te meten. Die is (volgens mij voor het eerst in mijn leven) zelfs aan de hoge kant. Enige reden die ik daarvoor kan bedenken is mijn verblijf hier. Want als ik ergens acute last van stress van krijg, is het die regelmaat die hier wordt toegepast.
Toen ik eindelijk sliep, stond de dame met het ontbijt voor m’n neus. En ja, ik moest a la minute kiezen wat ik wilde eten. Nou kan ik tegenwoordig niet meer zonder ontbijt, maar om 7 uur ’s ochtends krijg ik met moeite droge boterhammen naar binnen. Toen mocht er worden gedoucht. Er stond nog net geen zuster met een klokje voor de deur. Maar ondertussen was de controle ronde al begonnen en mijn bed leeg. Dus geen bloeddruk en temperatuur kunnen laten meten en niemand die checkte of ik mijn pillen en zalfjes wel had gebruikt. Dus kreeg ik op m’n flikker. Net als gister, toen ik gewoon rustig in mijn bedje aan het werk was. Maar de mannen van 60 hadden gehoopt op meer aandacht en klagen dus over mijn getik en mijn beschaafde gebel. Toen vriendinnetje D. belde durfde ik dan ook nauwelijks te praten.
Nu zit ik verplicht in de dagopvang. Een benauwde ruimte met slecht zittende tafels, een deprimerend uitzicht en ook hier wordt er weer ernstig gekort op de verwarming. Over een kwartier moet ik verplicht weer een warme maaltijd weg zien te krijgen (helaas staat er naast mijn bed geen prullenbak). Vervolgens krijgen we weer een check-rondje voor het bezoekuur begint. Na het bezoekuur, wat stipt om 13.15u begint en om 14.00u iedereen weer weg moet zijn, en ja ze zijn streng, moeten we officieel slapen. En om 17.00u komt er weer een heerlijke broodmaaltijd, gevolgd door weer een check-rondje, bezoekuurtje en het avondritueel. Om 21u moeten de lichten uit van mijn kamergenoten. Tv kijken mag tot 22u met het gordijn dicht. Dan volgt nog een laatste check en moet er geslapen worden.
Het idee dat de komende dagen voor mij voor zulke grote delen zijn ingevuld, is het allerergst. Dat er 8 keer bij mijn overbuurman een infuus wordt misgeprikt en ik dat moet aanschouwen (die gordijnen hangen er dan ineens voor de sier) vergroot alleen maar mijn prikangst. En mevrouw Jane Doe wordt door de ambulance-broeders van de brancard in een bed geflikkerd en ze ligt er nog net zo bij als toen ze binnenkwam. Geen papieren, geen familie en drukke zusters die haar eigenlijk vergeten zijn. Dat ze hier weinig rekening houden met patiënten blijkt ook maar weer tijdens het eten. Bami stond er op het menu en het zag er goed uit. Toen ik tot de aanval over wilde gaan, stormde er een legioen artsen bij mijn buurman naar binnen. De beste man kreeg een klysma en werd op een po-stoel gezet. Die saté saus werd ineens een stuk minder smakelijk en mijn eetlust was meteen weg. Patiënten moeten alles volgens schema, artsen doen alles als het hun uitkomt.
Tegen regelmaat kan ik nooit zo goed, daar word ik heel kribbig en kippig van. Als alle dagen er hetzelfde uit gaan zien, is voor mij de lol er snel af. Al weet ik wel dat regelmaat zogenaamd goed voor je is, ik doe dingen graag als ik er aan toe ben. Dat geldt voor eten, opruimen, schoonmaken etc. M’n eigen tempo, gewoontes en ritme. En dat ik daardoor wel eens ongezond ontbijt of per ongeluk de lunch mis, jammer dan.
Wat kijk ik uit naar mijn vrijheid dit weekend. Ik plan lekker niets, doe gewoon waar ik zin in heb en niemand die me dingen oplegt.