Vandaag drie jaar geleden kregen we de sleutel van ons huidige stulpje. Na twee maanden ongeduldig wachten terwijl we regelmatig langs ons toekomstige hutje liepen, zeuren tegen lief over de inrichting etc., mochten we eindelijk van het rokershol vol Winnie the Pooh-schilderijen ons eigen plekje maken.
In ons kleine appartementje hadden we al een aanwinst voor het nieuwe huis: een eettafel. Daar in gebruik als mijn ‘bureau’, maar hier zou hij eindelijk tot zijn recht komen. Uit gebrek aan ruimte aten we dus altijd op de bank, voor de tv. Geheel tegen mijn principes en gewoontes in, want thuis gebeurde dat alleen bij hoge uitzondering zoals de Sinterklaasintocht. Toen ik studeerde gebeurde het ook wel eens, maar ook daar was het meer uit gebrek aan een echte eettafel.
Meteen namen we ons voor om in het nieuwe huis ’s avonds lekker aan de eettafel te eten. En dat doen we nog steeds trouw. Zo neem je meer tijd voor je eten en voor elkaar. De tv gaat ook altijd uit, met de radio aan kan ik leven. Gisteravond voor het eerst in tijden hebben we weer eens gesmokkeld. Voor de buis een kopje soep weggeslurpt. Ook dat doen we normaal braaf aan tafel, net als ontbijten. Niks snelle hap en wegwezen, alleen bij uitzondering. En terwijl ik lekker aan het slurpen was, bedacht ik me meteen; voorlopig niet weer. Ik ben geen snelle eter en voel me nog meer opgejaagd zo zittend voor de buis. Het is ontzettend onhandig, want op mijn laptoptafel stond mijn Macbookje natuurlijk.
Ik dacht dat het lekker zou zijn, even smokkelen. Ik was gewoon te lui om van de bank af te komen. Maar echt genoten van mijn gesmokkel heb ik niet. Die keren dat we tegenwoordig samen eten, gewoon lekker burgerlijk aan tafel.