Terug in het witte, koude Nederland. Niet dat het in Spanje super warm was, maar heb toch nog een dagje in t-shirt over het strand in Valencia kunnen paraderen.
Bijna een week in Spanje. Veel gewerkt, maar door het andere ritme tussendoor ook veel ontspannen. Genieten en de tijd nemen voor het (lekkere) eten, niet dat gehaast als je in de rij staat, als je een winkel binnen stapt begroet worden door alle aanwezigen.
Kleine dingen, maar die maken het verschil met Nederland groot.
Meteen merkbaar in Nederland is weer het ‘9 to 5’ ritme, wat me mateloos irriteert. Sneeuw in het noorden en oosten, betekent meteen dat half werkend Nederland mag aansluiten in de file. Waarom geen flexibelere tijden? Neem een voorbeeld aan de universiteitsbibliotheek. Die snapt dat je als student niet kan wennen aan het ingebakerde burgerleven wat je gedoemd bent te gaan leiden als je werkende bent.
Nu ik weer in Nederland ben neem ik me voor om het Spaanse ritme meer over te nemen. Een ochtendmens ben ik niet, maar met een avond lang doorgaan heb ik geen probleem. Zeker niet als ik de dagdelen die ik niet nuttig ben, leuk kan besteden; shoppend, slapend, lezend, zonnend, etend of sightseeingend.
Maar het lijkt in Nederland onmogelijk, kantoor is tussen 8 en 18 uur open, daarna ga je eten, nog wat voor de buis hangen, slapen en de dag is weer voorbij. De dag erop ziet er hetzelfde uit. Toevallig las ik afgelopen weekend in een boek dat onze hersenen periodes waarin dagelijks hetzelfde ritme zit, niet onthouden. Die dagen heb je voor je ‘brains’ dus niet geleefd.
Reden genoeg dus om met z’n allen van dat 9 to 5 stramien af te stappen, eens tegendraads te doen en je ritme eens flink aan de tand te voelen. Want het is toch zonde om de dagen die je leeft als een robot aan je voorbij te laten gaan.