Geen idee hoe het komt, maar iedereen is gevoelig voor mooie uitzichten. In de bergen vind je regelmatig een ‘panorama-punt’, wordt grof geld verdient aan para-sailende toeristen en staat op ieder bergtopje wel een horecazaak. Goud geld is er te verdienen met helikoptervluchten over je woonplaats of een ronddraaiende tv-toren.
In Groningen hadden wij een ‘dakterras’, waar vanaf je heerlijk over de stad kon kijken. Tussen de A-kerk en de Martini-toren, de rookwolken van de Suiker Unie en gestoord worden tijdens het zonnen door de laag overvliegende trauma-heli. Toen vond ik Groningen indrukwekkend. Inmiddels heb ik op meer plekken genoten van nog mooiere uitzichten, prachtige zonsondergangen en betoverende lichtjes.
Vanavond nog droomde ik even weg boven Amsterdam. Een stukje rust, want op die hoogte weinig drukte, terwijl het beneden blijft krioelen van de gehaaste mensen. Uitkijkend over al die dingen, dwalen mijn gedachten af naar dingen waar ik naar uit kijk, uitzicht op heb of graag zou willen zien.
We hebben dat soort referentiekaders nodig om verder te komen. Al ging ik in gedachten ook even terug in de tijd. Het moet alsmaar beter en meer worden, willen we tevreden blijven, het gevoel hebben dat we vooruit gaan.
Nu lief uitzicht heeft op een nieuwe baan met hogere functie en meer salaris, is het makkelijk om al te fantaseren over een groter huis, de betere auto en de dingen die nu meer binnen ons handbereik liggen. In plaats van daar heel enthousiast van te worden, maakt het me aan het twijfelen. Groter is niet per definitie beter. Mijn stulpje is nu mijn thuis, mijn rustpunt waar ik me heerlijk terug kan trekken. Het uitzicht op een avondje niets, een luie zondag, helpt me de drukke dagen door. Even tot mezelf komen, weer ademhalen en van de automatische piloot af.
Voor het eerst voelde ik een vergelijkbaar moment van rust in Amsterdam, kon ik dat gevoel dat ik had op mijn dakje in Groningen terug halen, diep inademen en genieten van wat er zich onder mij afspeelde. Even ‘onthaasten’.
Nu weer met beide benen op de grond, nagenietend van het uitzicht en van mijn ’thuis’. Met ook een, voor mij, onbetaalbaar uitzicht.