‘Vroeger’ hadden we een grote verkleedkist. Voor de verkleedfeesten op school, de toneelstukjes die we met vriendjes en vriendinnetjes thuis deden en voor de middagen dat ik alleen liep te tutten met moeders hakken en beperkte make-up collectie. Toen was ik niet zo in voor publiekelijke verkleedpartijen.
Pas toen de thema feestjes onderdeel van mijn studententijd werden, begon ik het leuk te vinden. Helaas ben ik niet de creatieveling met naald en draad, maar had ik vaak een aandeel in de slogans en teksten. Inmiddels ga ik de deur uit in wat ik leuk vind en waar ik me lekker in voel en maakt het me tijdens thema feestjes weinig meer uit. Het is juist wel leuk om je eens anders te kleden, je voor te doen als een ander persoon of type en je een keer daar naar te gedragen.
Naarmate ik ouder werd, heeft moeders ook steeds vaker ‘gewone’ kleding in de verkleedkist gestopt. Onder andere haar eigen grijze pak, waarvan ik als klein meisje altijd baalde dat ik hem niet paste. Inmiddels wel, hij krijgt een pimp-beurtje en binnenkort kan ik heel retro het pak van mijn moeder aan. Het heeft wel iets bijzonders, zij droeg het voor haar speciale gelegenheden, ik voor de mijne. En voor die gelegenheid zet ik mijn aversie voor knalrood aan de kant en durf ik het best aan om hem te dragen zoals zij hem droeg; met rode accessoires.
Inmiddels is de verkleedkist steeds meer een ‘bewaarkist’ geworden. Die heel goed uitkomt tijdens de naderende sinterklaastijd, afgelopen jaar wist broer J. van mijn leren broek hippe handschoenen te maken. Ben benieuwd wat hij dit jaar van die plastic regenjas klust.